Rond te Toren

RonddeToren

Loon op Zand

1967 - 2025

Het Geheim van De Wetering

door Ger Bruinsma, met tekeningen van Els Peters
Rond de Toren 6 02-04-2025

18. Naar huis

Papa schoof met zijn voeten nog meer kiezelstenen opzij en trok aan het luik dat nu een stuk lichter geworden was. Aan de andere kant lieten Pieter en Sara los.
“Papa?!” riep Pieter hoopvol.
“Pffff, Pieter! Sara!” riep papa gedempt uit. “Waar zijn jullie mee bezig?”
Sara stak een hand uit naar papa, die haar hand aanpakte en Sara omhoog hielp.
“Papa, we hebben iets ontdekt! De kerkklok!” zei Pieter, terwijl ook hij omhoog klom.
“Kerkklok?” vroeg papa.
“Met de ziel van Loon op Zand.” knikte Sara instemmend.
Papa keek ze niet-begrijpend aan. “Ik snap er niets van. Waar zijn Rens en Emma?”
“Hiero!” klonk het van beneden.
Emma pakte het boek van Ab van Grevenbrouck en stopte dit in de tas van Rens. Rens pakte zijn sloffen nog mee en samen gingen ze ook naar boven.
“Papa?” begon Pieter ernstig.
“Mmm?”
“Papa, ik weet dat dit allemaal heel raar is. Maar wil je ons alsjeblieft vertrouwen en zorgen dat niemand dit ontdekt? Ik ga alles uitleggen, echt waar.”
Papa keek Pieter aan. Hij was wel vaker serieus maar niet op deze manier. En Pieter was ook niet het type wat zomaar op avontuur ging. Vertrouwde hij zijn zoon? Zonder meer. Al had hij geen idee wat hij hiervan moest denken. Hij keek naar de andere kinderen, die hem allemaal ernstig aankeken. Zelfs Rens, die hij vooral als een enthousiaste stuiterbal kende keek hem nu met een serieuze blik aan die hij nog niet eerder van hem gezien had.
“Goed.” besloot hij. “Kom, het luik weer dicht en de kiezels moeten weer terug dan, anders valt het op.”
Pieter keek om zich heen waar ze nu eigenlijk waren. Ze stonden op de begraafplaats vlak naast het beeld van Jezus als koning van de wereld, direct naast het kerkgebouw. Naast het open luik lag een flinke hoop kiezelstenen.
Papa liet het luik rustig terugzakken en samen met Pieter schoof hij de kiezelstenen weer terug zodat er niet meer te zien was dat er iets onder te vinden was. Sara was intussen met haar rug tegen de muur gaan zitten.
“En nu?” vroeg Pieter.
“Klimmen.” Papa wees op het hek.
Pieter keek Sara aan. “Lukt dat?”
Sara knikte. “Als jullie mij helpen.”
Papa keek haar vragend aan.
“Ik heb last van mijn enkel.” legde Sara uit.
“Jullie drie eerst dan.” gebood papa de anderen.
Pieter, Emma en Rens klommen over het hek heen, terwijl papa Sara overeind hielp en naar het hek dirigeerde. Daar tilde hij haar op zodat ze bovenop een stenen pijler naast de toegangspoort kon zitten. Vervolgens klom hij zelf over het hek en tilde Sara er weer vanaf.
“Gaat-ie zo?” vroeg hij.
Sara knikte timide.
“Dan nu naar huis.” besloot papa.
“Nee!” riep Pieter.
Rens schudde ook zijn hoofd. “Nee, want dan merken ze dat we weg zijn bij Emma!”
Papa zuchtte.
“Echt? Moet ik daar nu ook nog aan meewerken?”
Vier paar puppy-ogen keken hem aan.
“Zucht… Hoe komen jullie hier eigenlijk?”
Emma en Rens legden uit hoe ze uit de kamer van Emma waren geklommen en van daaruit naar het dak van de Wetering, en vervolgens daar naar binnen.
“Dus ik moet jullie stiekem thuis brengen, zorgen dat de Wetering weer dicht is en ik mag geen moeilijke vragen stellen? Denken jullie nou echt dat ik daar aan meewerk?”
“Nee, maar ik hoop het wel.” zei Pieter eerlijk.
Papa had een zwak voor eerlijke kinderen. Hij zuchtte nogmaals.
“Goed. We spreken dit af, en hier trek ik ook een grens. Ik help jullie naar Emma’s huis, ik ruim jullie sporen op bij de Wetering en als jullie geluk hebben heeft mama niets gemerkt. Jullie gaan slapen en morgen heb ik een heel stevig gesprek met Pieter. Dan besluit ik of ik mijn mond blijf houden of niet. Jullie kunnen er maar beter voor zorgen dat je een heel goed verhaal hebt.”
Papa keek Sara aan. “Jij met je enkel, gaat dat goed verder?”
Sara knikte. “Volgens Emma moet ik rusten. Ik heb veel gelopen en geklommen daardoor doet het nu zeer.”
“Oké. Dan gaan we.”
Hij zette Sara achterop zijn fiets en samen liepen ze naar het huis van Emma. Zachtjes maakte Emma de poort open die zoals gewoonlijk weer eens niet op slot zat. De poort kraakte een klein beetje, maar dat viel blijkbaar niemand op. Papa gaf de kinderen een voetje omhoog en van daaruit klommen ze het plat dak van de garage weer op.
“Dit is te hoog.” fluisterde Emma. “We komen zo niet in mijn slaapkamer.”
Papa keek rond. Hij was zelf niet zo’n atleet dat hij zomaar het dak van de garage op kon. Gelukkig zag hij een kliko staan die hem kon helpen. Zachtjes rolde hij de kliko naar de muur, klom daarop en vervolgens op het dak. Daar gaf hij eerst Emma weer een zetje omhoog. Ze kwam net niet hoog genoeg om zich vast te kunnen pakken aan haar raam.
“Hoger.” fluisterde ze.
Papa pakte haar beide voeten beet en strekte zijn armen zo ver hij kon. Toen kon Emma wel bij haar raamkozijn en trok zichzelf naar binnen.
Rens was de volgende, en als derde was Pieter aan de beurt.
Toen keek papa naar Sara, die zijn gedachten raadde.
“Het lukt wel. Als de jongens mij omhoog trekken en je mijn rechter voet niet vast pakt maar alleen zorgt dat ik erop kan steunen.”


Dat lukte. Sara kwam ook binnen. Vier hoofden keken uit het raam.
“Dankjewel.”
Papa keek de kinderen aan. Hij schudde zijn hoofd. Waar was hij in beland? Wat hadden die kinderen uitgespookt?
“Welterusten. Tot morgen.” zei hij maar.
Hij klom via de kliko van de garage af, zette de kliko terug en draaide zich om. Ze zwaaiden naar elkaar.
Wat een nacht dacht hij. En hij vertrok. Op naar De Wetering om daar het rooster en het touw weer op te ruimen en dan snel naar huis.