Het Geheim van De Wetering
door Ger Bruinsma, met tekeningen van Els Peters
Proloog
Dit verhaal speelt zich af in Loon op Zand, het mooiste dorp van Brabant volgens de inwoners. Er staat al eeuwen een kasteel (Het Witte Kasteel), er is al tientallen jaren een dorpsblad Rond de Toren en er zijn vele actieve verenigingen en activiteiten. Ook is er sinds 1995 het dorpshuis genaamd De Wetering, wat vastgebouwd is aan het oude klooster.
De dorpsbewoners zijn wel een beetje boos op hun gemeente, want De Wetering zal worden afgebroken zonder dat de gemeente een plan heeft voor een nieuw te bouwen dorpshuis. De gemeente heeft veel beloofd, maar weinig gedaan.
Kinderen hebben geen gymzaal meer, daarvoor moeten ze met de bus naar een gymzaal verderop. Verenigingen die al jaren hun thuis hadden in De Wetering hebben binnen of buiten het dorp onderdak moeten zoeken. Carnaval en andere dorpsfeesten die altijd in De Wetering plaatsvonden kunnen daar ook niet meer gehouden worden. De eerste keer kon carnaval nog in een tent op de Kasteelweide tegenover De Wetering gehouden worden, maar er daarna? Niemand die het weet.
Er is een actiegroep Do. De Wetering opgestaan die er alles aan gedaan heeft om aandacht te trekken van de gemeente om iets voor elkaar te krijgen. Duizenden dorpsbewoners hebben hun steun gegeven aan deze acties, maar uiteindelijk was de conclusie onvermijdelijk: in december 2023 sloot De Wetering voorgoed. Het enige wat de sloop nog even tegenhield waren een paar mussen en vleermuizen die in De Wetering hun nest hadden gebouwd. Zodra deze diertjes vertrokken zijn, zal het dorpshuis gesloopt worden, en daarmee zal de ziel van Loon op Zand een flinke knauw krijgen.
Is er nog hoop voor het mooiste dorp van Brabant?
In dit verhaal leren we een groep vrienden kennen die een geheim van De Wetering proberen te ontrafelen. Zal het ze lukken? Wat zullen ze tegenkomen op hun pad? Lees mee en ontdek …
Het geheim van De Wetering.
1. Rare geluiden
“Hey Pieter!”
Pieter keek op, zijn hoofd half verscholen in zijn capuchon. Het miezerde een beetje en hij had eigenlijk niet zoveel zin in school. Het was de eerste dag na de kerstvakantie en vroeg opstaan voor school was niet bepaald zijn hobby. Door de regen lopen trouwens ook niet. Maar het was Sara die hem riep en dat vond hij toch ook wel weer gezellig.
“Hey, heb je het gehoord?”
“Hmm? Wat dan?”
Sara keek om zich heen en trok Pieter mee naar haar vriendin waar ze mee stond te smoezen.
“Het kraakt in De Wetering! Emma heeft het echt gehoord!”
Pieter haalde zijn schouders op. Hun dorpshuis is oud en wordt gesloopt, lekker boeiend dan dat-ie kraakt, dacht hij.
“Als ie instort is dat toch net zo handig? Scheelt weer werk voor de slopers.”, zei hij dan ook maar.
“Nee-hee…. Niet zomaar kraken. Alsof er iets mis is!”
“Ja,” viel Emma haar vriendin bij. “Het is echt mis! Sinds De Wetering dicht is hoor ik allemaal rare geluiden. Gekraak, en soms ‘s nachts ook een soort gekreun. Ik verzin het niet hoor!”
“Ja, maar, huh? Hoe kan een gebouw nou kreunen?” vroeg Pieter.
Pwèèèèèèèèèp. De bel ging, tijd om naar binnen te gaan.
In de gang vroeg Pieter het nog een keer. “Hoe kan een gebouw nou kreunen?”
“Ja, dat weet ik toch ook niet?” reageerde Emma. “Maar ik was nog wakker ‘s nachts en hoorde het echt. Een geluid als een oud mannetje dat moeite heeft om de krant op te rapen ofzo.” Sara moest giechelen, en Pieter moest er toch ook wel erg om lachen eigenlijk. Het klonk behoorlijk belachelijk allemaal.
Tijdens de les had Pieter toch zijn aandacht meer bij het verhaal van Emma dan bij het rekenen. Gelukkig liep hij daar al een beetje mee voor op de rest dus dat was allemaal niet zo erg. Emma mag dan soms rare praatjes hebben, maar gek is ze niet. Maar De Wetering die geluiden maakt alsof het een oud mannetje is? En Sara is al helemaal niet gek. Die moet er dan toch ook wel iets in zien. Wel jammer dat ze nu net verspreid over de klas zitten. Iedere keer die nieuwe indeling in de klas ook…
In de pauze waren zijn vriendinnen te druk met andere dingen blijkbaar, ze hadden in ieder geval geen aandacht voor Pieter en hij ging daarom maar gewoon een beetje rondhangen met de rest. Na school probeerde Pieter nog wel even de aandacht te trekken van Sara, maar die had geen tijd. “Pianoles!” riep ze, terwijl ze op haar step weg spurtte. Emma zag hij al niet meer, die was waarschijnlijk alweer naar huis. Met zijn handen in zijn zakken wandelde Pieter dan maar richting het kleuterplein, waar hij zijn vader en zijn kleine broertje Toby vond.
“Pietjuuuhh!! Knuffellll!!” riep Toby terwijl hij op Pieter afrende. Enthousiast als altijd klampte Toby zich vast aan Pieter, en Pieter vouwde zijn armen om zijn kleine broertje heen en liet zich even knuffelen. Ze liepen naar huis, en Pieter was eigenlijk alweer half vergeten wat Sara en Emma verteld hadden totdat hij de poort hoorde kraken.
“Papa?” begon Pieter.
“Ja jongen?”
“Gebouwen maken toch geen geluid?”
“Eh, nou ja, gebouwen zelf niet. Maar er kan wel geluid vandaan komen, van de wind die er doorheen gaat ofzo. Net als bij de schoorsteen of de afzuigkap hè, dat ken je ook.”
Ja, dat wist hij zelf ook wel. Soms kon die vader van hem ook veel te simpele antwoorden geven.
“Maar zelf! Net zoals ik dat kan.” probeerde hij nog een keer.
“Nee, dat heb ik nog nooit gehoord kerel. Om te praten heb je stembanden en iets van longen nodig ofzo, dat hebben gebouwen niet hè. Hoe kom je bij die vraag?”
“Nou… nee laat maar”. Pieter had geen zin in een vaag verhaal waarbij zijn vriendin er niet best uit zou komen als het allemaal onzin was. Hij zou het eerst nog maar eens navragen bij Emma en Sara.
De volgende dag was hij het zelf alweer een beetje vergeten, totdat Sara hem vanaf de overkant van de klas samenzweerderig aankeek. Pieter, onbewust van veel van dat soort signalen vroeg zich eigenlijk de hele ochtend af waarom Sara zo raar naar hem keek. Wilde ze iets van hem? Hij keek naar Emma en het viel hem vooral op dat die twee nogal veel naar elkaar en naar hem keken. In de pauze werd alles duidelijk.
“Hij huilt”. Emma keek ernstig.
“Wát?!” Pieter moest lachen. “Huilen? Eerst zeg je dat hij kreunt en nu zeg je dat hij huilt. De Wetering. Huilen. Een ge-bouw. Dat huiuiuilt”. Pieter maakte een gebaar met zijn vingers alsof hij tranen moest wegvegen.
“Het is echt waar hoor. Als Emma het zegt dan geloof ik haar.” Sara keek net zo ernstig als haar vriendin.
Pieter keek ze aan. Sara had eigenlijk altijd gelijk en zo niet, dan gaf hij haar toch gelijk. Tenzij hij zelf wist dat hij gelijk had, wat ook nogal vaak het geval was natuurlijk.
“Echt? Maar hóé dan?” vroeg hij dan maar.
“Ja, dat weet ik toch ook niet?” antwoordde Emma. “Maar ik heb het gehoord. Niet als een klein kind, maar gewoon een zacht gesnik alsof-ie verdrietig is.”
“Ja, ik zou ook verdrietig zijn als ik gesloopt zou worden, maar ik ben een kind en geen gebouw.” antwoordde Pieter. Hij vond het eigenlijk nog steeds maar een gek verhaal.
“Wat gaan we doen?” vroeg Sara.
“Doen?” Pieter keek zijn vriendin ongelovig aan. “Hoezo, doen?”
“We moeten toch gaan kijken? Ik vertrouw het niet. En als-ie verdrietig is dan moeten we hem helpen.”
“Ja, daa-haag! Ik ga toch niet een gebouw troosten? Alsof ik De Wetering op schoot kan nemen en een snoepje kan geven!” Pieter proestte het uit van het lachen. Hij zag het helemaal voor zich. De Wetering met het gezicht van een oud mannetje en armen en benen, wat bij hem op schoot kwam zitten.
Sara en Emma moesten er ook om lachen. Eigenlijk was het ook wel een belachelijk idee natuurlijk.
“Ik ga het toch nog eens aan mijn papa vragen, die is heel slim net als ik maar hij weet meer.” zei Pieter. “En hij zit bij Rond de Toren dus dan weet hij nog meer.”
“Nee! Niet je ouders!” zei Sara snel. “Die gaan dan misschien allemaal dingen regelen.” Sara sprak het laatste woord uit alsof ze het over iets heel smerigs had.
“Ja dat is zo, maar ik ga dan niet zomaar iets zeggen over De Wetering, maar ik ga wel dingen vragen.” Pieter was overtuigd van zichzelf en vastberaden.
‘s Avonds vroeg hij het aan tafel aan zijn vader.
“Maar papa?”
“Ja?”
“Als een gebouw geluid maakt hè, waardoor kan dat komen?”
“Heb je het nu weer over geluid van gebouwen? Zijn jullie daar op school mee bezig of zo?” reageerde zijn vader.
“Ja, we praten er best veel over.” Helemaal liegen was dat niet toch?
“Hmm… Eens even denken.” Papa nam nog eens een hap van de wrap en dacht na. “De wind natuurlijk, als die langs kieren gaat enzo, dan hoor je dat. En door de wind kan het gebouw ook wat bewegen, en dan kan het kraken. Of als er een pak sneeuw op ligt, dan kan het ook wel kraken onder het gewicht.”
“En wat nog meer?”
“Even wachten.” Papa was bezig om Toby te helpen met zijn wrap. Zijn broertje vroeg ook altijd veel te veel aandacht als er belangrijkere dingen waren om je druk over te maken. Zoals huilende gebouwen bijvoorbeeld.
Mama nam het over. “Vergeet niet de airco’s enzo. Die hoor je bij de achterburen ook wel eens hè. Of het ruisen van de waterleiding, dat soort dingen.”
“En wat nog meer?” Pieter had nog niets gehoord van zijn ouders dat over huilen ging.
“Nou ja…” Papa wilde het weer overnemen. “Als er mensen of dieren in het gebouw zitten dan kan dat geluid wel versterkt worden. Zeker als het verder leeg is, dan werkt het net als de lankkast van een gitaar.”
“Oh, dus als ik midden in De Wetering ga huilen dan hoor je dat buiten?” Van schrik over zijn eigen woorden sloeg Pieter zijn hand voor zijn mond. Had hij nu de boel verraden?
“Wat bedoel je?” vroeg mama.
“Nou gewoon” herstelde Pieter zich. “Stel nu dat De Wetering dicht is, dat ik dan midden in De Wetering ga staan en zou huilen, hoor je dat dan buiten?”
“Waarom zou je huilen en niet gewoon een liedje zingen?”
Zucht. Ouders zitten toch af en toe zo vol met zinloze vragen.
“Ja-haa. Ook goed.”
“Nee, ik denk niet dat je dat dan hoort.” antwoordde papa. “De muren zijn te dik en het is ook niet alsof het vol gaten zit of zo.”
Dit schoot allemaal niet op. Zou hij het erop wagen? Op deze manier komen ze niet verder.
“Maar stel nou hè. Stel dat als je buiten staat en je hoort dingen uit De Wetering komen. Hoe kan dat dan?” probeerde hij.
“Van poep!” reageerde Toby. Zucht. Hij was ook al te lang rustig voor zijn doen.
“Toby! Geen poep en plas aan tafel!” reageerde papa boos.
Dit schoot allemaal niet op. Pieter liet het maar rusten voor de volgende dag om het er dan nog eens met Sara en Emma over te hebben. Misschien waren die iets wijzer geworden.
Woensdag was Pieter laat. Hij had nog steeds geen zin om vroeg op te staan en had al te dealen met een boze vader die vond dat hij moest opschieten.
“Je zoekt het maar even uit, ik breng Toby vast naar school”, had hij gezegd. “Leg het zelf maar uit aan meneer Nico als je te laat komt.”
Even gauw op zijn wekker kijken: 08:19. Shit. Gauw tanden poetsen, omkleden en naar beneden. Schoenen aan, jas aan, naar buiten. Terug, want die tas had hij toch ook nodig. Op het geluid van de bel kwam Pieter de school binnen en hij wist nog net op tijd lang meneer Nico te glippen zonder dat die doorhad dat hij te laat was. Tenminste, hij zei er niets over dus Pieter vond het wel best.
In de pauze vertelde hij zijn vriendinnen wat hij had besproken. “Nou, lekker nuttig die ouders van jou.” schamperde Emma.
“Ja, weet ik veel” reageerde Pieter. “Zij begonnen allemaal over liedjes zingen enzo. Maar eigenlijk klinkt het meeste logisch, behalve dan dat huilen. Die snap ik nog niet.”
Sara en Emma ook niet, moesten ze eerlijk toegeven. Zou er dan toch iets zijn? Iets onverklaarbaars?
Ze besloten die middag af te spreken en te gaan kijken bij De Wetering. Niet dat ze naar binnen konden, maar toch.