Rond te Toren

RonddeToren

Loon op Zand

1967 - 2025

Het Geheim van De Wetering

door Ger Bruinsma, met tekeningen van Els Peters
Rond de Toren 3 12-02-2025

15. Het laatste raadsel

De vrienden lieten de hele situatie op zich inwerken. Een kerkklok van honderden jaren oud, met de zielen van het dorp en die emoties voelt? En dan een Wachter die op die kerkklok moet passen? En blijkbaar zijn zij nu de nieuwe wachters?

“Wij zijn de Wachters van de Kerkklok met de Ziel van Loon.” sprak Sara plechtig. “Dat is nogal wat.”
“Maar wat moeten we doen als wachters?” vroeg Rens zich af.
“Ik denk vooral zorgen dat die Kerkklok heel blijft.” zei Emma. “En dus dat als de Kerkklok verdrietig is, zorgen dat het dorp weer vrolijk wordt. Dat kunnen we aan de Kerkklok horen.”
“Dat heel laten is dan mislukt, want hij is stuk.” antwoordde Pieter. “Je hebt die barst aan de zijkant en de klepel mist.”
“Toch doet-ie het nog wel.” wierp Rens tegen.
Dat klopte.
Ze dachten even na.
“Wat doen we nu?” vroeg Emma zich af.
“Ik denk dat we dit boek eens helemaal moeten gaan lezen om het echt te snappen.” zei Sara. “Maar ik heb eigenlijk geen zin om heel veel te lezen nog nu. Ik ben best moe en heb nog steeds een beetje pijn.”
“Laat me eens naar je enkel kijken dan?” zei Emma.
Ze wikkelde weer voorzichtig de pyjama-mouwen van Sara’s enkel los en bekeek de enkel eens goed.
“Het is wat dik geworden zie ik. Ik denk dat je vooral eigenlijk je enkel rust moet geven. Slapen misschien en morgen mama eens naar laten kijken.”
Sara verschoot van kleur. “Maar hoe leggen we dat uit? En hoe komen we eigenlijk thuis?”
Dat was een goede vraag.
“We moeten eerst hieruit komen.” zei Pieter. “En dan stiekem naar Emma’s huis terug en naar binnen.”
“Maar hoe komen we hier uit dan? We kunnen niet terug.”
“Het luik in het plafond hiernaast.” bedacht Rens. “Die had een cijferslot. Maar misschien is het de laatste puzzel? We zijn al best een eind omhoog gegaan weer.”
“Eerst maar eens weer je enkel inpakken.” besloot Emma, en ze wenkte Rens weer voor het leggen van de knoop.
Nadat Sara’s enkel weer netjes ingepakt ging Rens weer de ladder op met zijn zaklamp. Hij bekeek het plafond eens goed. Zware balken die zo te zien flinke planken ondersteunden. Tussen de balken, precies boven de ladder, zag hij een rechthoekig luik, precies groot genoeg om een volwassene door te laten. Het luik leek zich in tegenstelling tot het eerdere luik naar boven te openen. En niet onbelangrijk: er zat een cijferslot op. Hij scheen nog eens rond met de zaklamp. Wel wat krassen in het houtwerk maar hij zag geen echte aanwijzing.
“Ik weet niet wat ik hiermee moet!” riep hij naar beneden.
“Moet ik eens kijken?” vroeg Pieter.
Rens had geen beter idee, dus klom hij maar weer naar beneden om ruimte te maken voor zijn vriend. Die pakte de zaklamp over en bekeek de situatie ook.
Dikke houten balken, het luik, hij zag het ook allemaal. Krassen in de balken die op het eerste gezicht niet veel leken, maar toen hij de zaklamp daar eens goed op liet rusten onderscheidde hij drie letters:

P V H

“Pee vee haa” mompelde hij.
“Wat zeg je?” vroeg Emma.
“Péééé véééé háááá!” riep Pieter wat harder. “Dat zie ik hier staan.”
Emma en Rens keken elkaar aan. Ze snapten niet wat het moest betekenen. Emma draaide zich om naar Sara die nog in de stoel in de andere kamer zat. Die haalde vragend haar schouders op, ook zij had geen idee.
Pieter keek nog wat verder. Op de balk aan de andere kant van het luik zag hij nog wat letters.

S J O

“Hier staat Es jéééé óóóó!” riep hij.
“Sjo?” Rens vond het maar een raar woord.
Pieter scheen nauwkeurig met de zaklamp langs alle balken die hij kon zien, maar dit was het. Hij klom weer naar beneden.
“P-V-H en S-J-O… Dat is alles wat ik kon zien. Het is erin gekrast met een mes ofzo.”
“Wat zou het betekenen?” vroeg Emma.
“Geen idee eerlijk gezegd.” Pieter keek de groep rond.
Sara was er inmiddels bij komen staan. “Zou het iets met het oude dorp te maken hebben?”
“Ja, maar dat oude dorp heette Venloon, wat zou dat kunnen betekenen dan?”
“Die boogschutter misschien?”
“Pieter en Sara!” riep Rens ineens. “Is dat het misschien?”
“Huh?” zei Sara. “Hoe dan? Hoe weet hij dat wij hier zouden komen, wij waren nog niet eens geboren toen hij dood ging.”
“Ja, en de rest van de letters dan, die slaan dan nog steeds nergens op.” vulde Pieter aan.
“Kunnen we misschien een woord maken van die letters?” vroeg Emma zich hardop af.
Ze begon hardop te puzzelen. “Sjop, shop, hops, vosj…”
“Misschien is die V een U?” dacht Rens.
“Zou kunnen.” zei Pieter. “Die O was ook een beetje hoekig. Maar dat was wel zeker weten een O.”
“Hous, spou, hupso…” ging Emma verder.
“Misschien moeten we die letters bij elkaar optellen?” bedacht Pieter. “Met waar ze staan in het alfabet?”
“Goed idee!” zei Emma.
Ze begon te tellen op haar vingers, en Pieter hield de som bij.
“P… 16. V…. 22.”
“38.”
“H… 8.”
“46.”
“S… 19. J… 10. O… 15.”
“90.”
“90?” vroeg Rens. “Maar we hebben vier cijfers nodig! Dat kan nooit!”
“Wacht!” riep Sara. “Misschien 46 voor de P-V-H en 44 voor de SJO.”
“Jaa!” riep Rens. “Dat kan!”
Hij ging meteen de ladder op om het te proberen.
“Aaaawh. Ze doen het niet!”
“Andersom?” zei Pieter. “Dus eerst 44 en dan 46?”
“Ja die had ik ook al geprobeerd.”
“Dan is dit het dus ook niet.” zei Pieter. “Maar wat dan?”
“Hebben die letters er misschien niets mee te maken?” opperde Sara.
“Ja maar wat kan het dan zijn?” vroeg Rens van bovenaan de ladder.
“Nou, in het boek staat zijn laatste notitie op 3 oktober 1994. Misschien moeten we dat gebruiken?”
“Ik ga het proberen.” zei Rens. Hij vulde 1994 in bij het cijferslot, probeerde het slot te openen, maar het bewoog niet mee.
“Nee!” riep hij.
“Probeer 1992!” riep Sara. “Toen begon hij hiermee.”
Rens verdraaide het laatste cijfer. “Nee, ook niet!”
“1942, toen hij de Wachter werd?”
“Nee, ook niet!” klonk het al snel weer.
“Misschien de datum in plaats van het jaar?” opperde Pieter.
Emma liep terug naar het boek om de datum op te zoeken.
“Nul drie één nul!” riep ze naar de andere kamer.
Rens probeerde het. “Alweer niet!”
“Twee drie één één? Dat is de datum van zijn eerste notitie!”
“Nee, hij doet het allemaal niet!”


Teleurgesteld klom Rens weer naar beneden. “Wat nu?”
“Misschien toch iets met die letters?” dacht Emma, die weer was teruggelopen naar de rest.
“Maar wat dan?” Pieter sprak uit wat iedereen dacht.
Het was even stil. Vier stel hersenen kraakten afzonderlijk, maar niemand kwam tot de oplossing.
“Ik ga zelf eens kijken.” besloot Emma toen. “Misschien hebben jullie iets over het hoofd gezien.”
Ze pakte de zaklamp over en klom de ladder op. Nauwgezet speurde ze alles af. Het luik, het slot, de balken, het plafond eromheen voor zover ze het kon zien. Maar behalve de letters die Pieter ook al had ontdekt, zag ze niets bijzonders.
“Het is wel echt een V hoor, zie ik. Geen U.”
Ze klom weer naar beneden.
“Denk na.” peinsde Pieter hardop. “Ab van Grevenbrouck heeft het steeds over Venloon. Over de zes boogscheuten. Hij is de Wachter van de Kerkklok met de Ziel van Loon. Hij heeft die taak gehad vanaf de Tweede Wereldoorlog totdat De Wetering gebouwd werd. We moesten testen doen. En dan P-V-H S-J-O…”
“Sint-Jans Onthoofding!” riep Sara ineens. “Het heeft met de kerk te maken!”
“Ooh, misschien toen de kerk gebouwd werd! In dertien-zoveel!” vulde Emma aan.
“Dat is een goeie!” riep Pieter.
“Dertien-hoeveel?” vroeg Rens.
“Dat staat op die steen. Voor de ingang. Dat heb ik toen met de Kerstklokkenloop gezien.” zei Emma.
“1394?” dacht Sara.
“Ja klopt volgens mij.” zei Emma, en ze klom de ladder weer op.
Vol verwachting vulde ze het cijferslot in en trok. Maar helaas, weer geen succes.
“Nee, dit is het óók niet.” zei ze teleurgesteld.
“Ik weet het echt niet meer. Ik ben ook moe.” bekende Pieter.
De rest voelde ook de vermoeidheid. Ze hadden maar kort geslapen en al veel meegemaakt die nacht. En nu ze er bijna waren, konden ze het laaste raadsel niet oplossen. Terwijl het volgens Ab van Grevenbrouck zo simpel zou moeten zijn?
Pieter voelde de telefoon in zijn broekzak. Zou hij papa bellen? Die weet veel. Maar dan zou papa vast heel boos worden ook.
Sara raadde zijn gedachten. “Wil je je ouders bellen?” vroeg ze.
Pieter knikte. “Misschien wel. Papa dan. Maar ik ben bang dat hij boos wordt.”
“Ja, dat lijkt me wel ja.” Rens kon vervelende dingen altijd heel vrolijk uitspreken.
“Ik weet het niet.” twijfelde Emma. “Volgens mij is jouw papa wel streng, maar helpt wel met alles.”
“Ik denk dat we sowieso een probleem hebben met onze ouders. Met die van jou ook.” Sara keek Emma aan. “Die worden straks wakker en missen vier kinderen.”
Emma sloeg haar hand voor haar mond. “Hoe laat is het dan wel niet?”
Pieter keek op zijn telefoon. “Net vier uur geweest. En ik heb nog 12?tterij.”
“Laten we het maar doen.” besloot Sara. “En als hij boos wordt, dan is hij boos op ons allemaal.”
De rest knikte instemmend.
“Ik stuur hem eerst een berichtje of hij stil wil bellen. Misschien kan het dan zonder dat hij mama wakker maakt.”
Dat was een goed idee.
Papa, wil je mij bellen zonder mama wakker te maken?
Pieter verstuurde het berichtje en wachtte af. Zou papa wakker worden hiervan? En hoe zou hij reageren? Vol spanning keek hij naar het scherm. Naast het batterij-icoon veranderde de 12% in 11%. Pieter wist dat het een oude telefoon was, en de batterij niet zo best meer. Toen begon de telefoon te trillen.