Rond te Toren

RonddeToren

Loon op Zand

1967 - 2025

Het Geheim van De Wetering

door Ger Bruinsma, met tekeningen van Els Peters
Rond de Toren 1 15-01-2025

13. De kamer van de klok

Toen ze de deur verder openden, hoorden ze een gezoem en begon er een licht te knipperen. Na een paar tellen brandde er een zwak maar stabiel licht van een TL-balk. Blijkbaar zat er een soort sensor die hun aanwezigheid opmerkte. Voor het eerst in hun ondergrondse avontuur hadden ze de luxe van een verlichte kamer gevonden. En niet alleen dat: ze hoorden duidelijk weer het geluid van een krakende, huilende Wetering. Duidelijker dan ooit tevoren.
“Wààààààààààààt?!” riep Rens uit.
Ze moesten hun ogen nog een beetje laten wennen aan het licht, maar ze waren vooral stomverbaasd over wat ze zagen: een oude, bronzen kerkklok, vastgemaakt op een dikke houten basis. De klok zelf was nog geen halve meter groot en stond ondersteboven, alsof het een soort beker in plaats van een kerkklok. Langs de rand tot halverwege zat een flinke barst. En wat de vrienden het meeste verbaasde: het geluid wat ze al weken bezig hield, kwam van de klok vandaan!
“Hè?”
“Huh?”
“Wat is dit dan?”
“Wàt?”
Ze snapten er allemaal niets van. Ja, blijkbaar hadden ze hun zoektocht voltooid, maar wat was hier nou aan de hand? Een krakende kerkklok? Een huilende kerkklok? Hoe kan dat dan?
Pieter liep naar voren, en raakte de kerkklok voorzichtig aan. Hij voelde een soort trilling van de kerkklok af komen, als een instrument wat trilt als het geluid maakt. Het trilde door zijn arm heen naar zijn lijf toe. Het geluid veranderde een beetje terwijl hij de klok vasthield. Snel trok hij zijn hand terug.


“Hebben we het nu ontdekt?” vroeg Emma. “Is dit nu het geluid wat ik hoorde?”
Sara knikte. “Ik denk het, maar ik snap er niets van.”
“Ik ook niet!” riep Rens.
Pieter keek om zich heen, nam de ruimte in zich op. Er was natuurlijk de grote bronzen klok in zijn standaard, maar er was meer. De standaard stond op een hele oude dikke houten tafel, zoals hij wel eens in een kasteel had gezien. Boven de klok zag hij een paar dikke buizen hangen, die samen kwamen in een soort omgekeerde trechter boven de klok. De buizen verdwenen in het plafond. De TL-balk die hun het licht gaf, hing boven aan de muur.  Tegen diezelfde muur stond een werkbank met wat gereedschap en een boekje, en een oude stoel ernaast. Verder was de kamer redelijk kaal.
“Ik denk dat het geluid opgevangen wordt door die buizen.” zei hij. “Weten jullie nog dat we boven op het dak dat pijpje zagen? Ik denk dat het geluid via deze buis zo naar het dak van De Wetering is verplaatst. En die andere buizen zullen ergens in het donker uitgekomen zijn in de kamers waar we het geluid ook hoorden. Misschien zelfs specifiek bij de deur met de eerste trap.”
“Slim.” vond Sara. “Daar heeft iemand goed over nagedacht.”
“Maar wat ik niet snap is waar dit geluid nou vandaan komt.” zei Emma. “En waarom dat dan naar het dak van De Wetering moet komen.”
“Die bel maakt het geluid volgens mij.” zei Pieter. “Ik voelde het door me heen gaan toen ik hem aanraakte.”
“Hoe kan dat dan?”
“Ik heb geen idee eigenlijk.” antwoordde Pieter.
Emma raakte de kerkklok ook aan, en trok van schrik gelijk haar hand weer terug toen ze de trilling voelde. Toch probeerde ze het opnieuw en toen ze wist dat ze de trilling kon verwachten was het niet zo eng. Eigenlijk voelde het wel bijzonder en zelfs een beetje fijn.
“Het geluid verandert een beetje als jij je hand erop houdt.” merkte Sara op.
Ook Sara legde haar hand op de kerkklok, en luisterde en voelde wat er gebeurde.
“Met zijn allen.” zei ze.
Rens en Pieter legden ook hun hand erop.
“Aaah!” schrok Rens.
“Niets ergs.” zei Sara. “Geluid is trilling, dit is net als andere muziek. Leg je hand maar terug op de klok.”
Rens gehoorzaamde. Met vier handen op de klok was het geluid een beetje gedempt. Ze hoorden geen gehuil meer, maar nog wel  een kreunend en krakend geluid.
“Zou die kerkklok ziek zijn?” vroeg Emma zich af.
“Hoe kan een kerkklok nou ziek zijn?” antwoordde Rens.
“Hoe kan een kerkklok nou huilen?” wierp Emma tegen.
Dat was een goed argument. Er was nog steeds iets raars aan de hand. Ze hadden weliswaar de bron van het geluid gevonden en de reden waarom ze op hun nachtelijke avontuur waren gegaan, maar ze hadden nog geen verklaring wat nou de oorzaak was van dat geluid. En ook alle raadsels die ze onderweg waren tegengekomen van Ab van Grevenbrouck met alle testen die hij had voorbereid. Zo’n hele ondergrondse wereld, allemaal voor een oude huilende kerkklok? En dat al tientallen jaren oud?
“Ik ga eens kijken of er iets in die kerkklok zit.” zei Pieter. Hij klom op de tafel om eens goed in de klok te kunnen kijken.
“Er zit helemaal niets in. Zelfs geen klepel.” zei hij. “Dat is eigenlijk ook wel raar.”
“Zou de kerkklok misschien verdrietig zijn omdat-ie zijn klepel kwijtgeraakt is?” dacht Emma.
“Nee, dat denk ik niet.” zei Sara. “Hier is duidelijk in jaren niemand geweest, dan is die klepel ook niet zomaar verdwenen. Die is dan al langer weg.”
“Mja, heb je ook wel weer gelijk in.” peinsde Emma.
Pieter wees naar de werkbank met het boek. “Daar ligt een boek. Misschien staat daar wel iets in?”