Rond te Toren

RonddeToren

Loon op Zand

1967 - 2024

Het Geheim van De Wetering

door Ger Bruinsma, met tekeningen van Els Peters
Rond de Toren 11 03-07-2024

4. De ontsnapping

“Oh, oh!” Rens schudde dramatisch zijn hoofd en vond het vooral nog grappig.
Pieter en Sara snapten de ernst van de situatie wel meteen. Ze zaten vast. Vast in De Wetering, met niet meer licht  dan van de kleine zaklamp van Rens kwam en van wat er door de ramen kwam, maar dat was al minder aan het worden. En van beneden waren die rare geluiden weer te horen.
“We moeten hier uit.” zei Sara kordaat.
“Ja, hoe dan?” vroeg Emma, enigszins paniekerig.
“We moeten zoeken.”
Pieter keek rond. Alles zat natuurlijk hartstikke op slot. “Zullen we gewoon een rondje lopen en elke deur proberen?”
Niemand had een beter idee, dus dat deden ze maar. Maar zodra ze uit het gangetje kwamen hoorden ze een nieuw geluid.
Piep… piep… piep… piep…
Piep… piep… piep… piep…
Piep… piep… piep… piep…
Piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep piep
pieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieppppp!!!
“Het alarm! Oh nee!” Emma zag het echt niet meer zitten nu.
“Wacht! Dit is onze kans!” riep Sara. “Dan komt er straks iemand kijken en dan gaan we stiekem naar buiten. We moeten ons verstoppen!”
“Urgh, kan iemand niet die herrie uitzetten?” vroeg Pieter. Hij stopte zijn handen in zijn oren. “Ik weet wel een goede plek denk ik.” Met zijn ellenbogen wenkte hij zijn vrienden.
Rens realiseerde zich inmiddels ook dat het menens was. Ze waren ergens waar ze niet mochten zijn. En straks komt de politie en die gaan ze allemaal kei lang in de cel gooien. Met water en brood. En spinnen. Heel veel spinnen. En ratten misschien wel. En mensen die tomaten naar ze gooien. Tomaten zijn echt zo niet lekker. Alleen in de soep. Tomatensoep is wel lekker. En ketchup ook. En rode pasta, dat is ook lekker. Waarom tomaten dan niet? Raar eigenlijk wel. Oh wacht! Politie! Aaaaahh!!

Sara rende nog even terug om de deur dicht te doen. Verdorie, waarom ging het nou steeds net mis als ze in de buurt van de oplossing kwamen? De deur zat al dicht. Toch maar even controleren dan. De deur zat dicht, en zat niet op slot. Goed te weten voor de volgende keer. Ze snelde weer terug naar haar vrienden, die inmiddels achter de gordijnen verschanst waren. Ze keek iedereen aan.
“Luister. Geen gedoe nu. Stil zijn allemaal. Super stil. We doen onze schoenen uit en lopen op onze sokken naar buiten, oké? Dan doen we ze buiten wel waar aan, maar dan kunnen we in ieder geval zonder geluid vertrekken. Rens, jij ook je mond houden, geen tijd voor grapjes nu!”
Rens knikte ernstig. Hij was vooral bang en blij dat hem verteld werd wat hij moest doen en niet zelfde hoefde na te denken nu.

Eindeloos lang duurde het voor hun gevoel. Het alarm was inmiddels gestopt met loeien. Maar er was nog niemand binnen gekomen. Toch? Niemand durfde echt te gaan kijken. Stel je voor dat het alarm toch af ging.
“Ik moet plassen.” deelde Rens fluisterend mee.
“Je houdt het maar even op, mafkees.” siste Sara.
Rens vond dat niet heel aardig, maar Sara had best een punt natuurlijk.
Pieter begon een beetje te giechelen. Hij vond het stiekem best grappig. Gingen ze kijken bij De Wetering om geluiden die ze hoorden te onderzoeken, zorgden ze er zelf voor dat er een hele hoop herrie uit De Wetering kwam. En nu was alles weer helemaal stil. Wat een gedoe. Zijn vrienden vonden het allemaal wat minder grappig en keken hem een beetje boos aan. Oké, oké, hij hield zich wel even in.
Maar hé? Hoorde hij het nu goed? Hij keek de anderen aan. Inderdaad, voetstappen! Er is iemand binnen. Sara hield haar vinger voor haar lippen, keek de anderen nadrukkelijk aan en spiekte voorzichtig langs het gordijn. Een meneer in een net pak met wat insignes liep net voorbij langs de deuropening. En zo te horen waren ze met zijn tweeën? Of misschien meer?
Ze draaide zich om en stak twee vingers op. “Twee” sprak ze, zonder geluid te maken. Ze keek nogmaals. De voetstappen leken verder te lopen. Dit was hun kans. Sara wenkte de anderen mee en zo snel en stil als ze konden liepen er 4 kinderen met schoenen in de hand naar de deur. Niemand te zien. Snel door, hoekje om. Weer kijken. Niemand te zien. Maar wel te horen! De mannen kwamen weer deze kant op!
“Rennen!” fluisterde Pieter.
Op hun hardst zetten ze het op een lopen, rechtstreeks naar de uitgang nu.
“Hé daar!” hoorden ze achter zich.
Pieter keek om. Niemand te zien nog. “Doorgaan!”
Buiten ging Sara meteen naar rechts en sprong over het muurtje richting het oude klooster. De rest volgde. Ze maakten zich klein en wachtten even af. Het leek stil achter ze. Zo snel en stil als ze konden deden ze hun schoenen weer aan, stonden op liepen naar de ingang van de oude bibliotheek. Waren ze veilig? Ze wisten het eigenlijk niet. Zonder iets te zeggen bleven ze maar doorlopen totdat ze bij cafetaria Lily’s waren.
“Nu ga ik ECHT plassen.” zei Rens, en liep naar binnen. De rest liep mee, dat waren ze in ieder geval niet meer te zien.

In de cafetaria was het rustig, en Rens mocht inderdaad plassen ook al kon hij niets bestellen. De andere drie konden elkaar eigenlijk alleen maar aankijken. De spanning zat nog hoog, maar ze waren ontsnapt!
Toen Rens klaar was liepen ze richting de Ursa Minor. Het was inmiddels al een beetje donker aan het worden, hoe laat zou het zijn?
“Ik ga naar huis.” zei Emma, nog steeds een beetje van haar stuk.
“Ja, ik ook.” zei Pieter. Rens en Sara knikten.
Ze namen afscheid van Emma die hier de andere kant op moest en liepen met zijn drieën verder.
“Dat was echt wel super spannend!” bracht Rens uit.
“Een beetje te spannend als je het mij vraagt.” vond Pieter.
Sara knikte. “Is het misschien De Wetering zelf die ons wil tegenhouden?”
“Huh? Hoe dan?”
Sara stopte met lopen en keek Pieter aan. “We doen twee keer die deur open, en twee keer worden we tegengehouden om verder te gaan. Is dat niet heel toevallig?”
Daar moest Pieter even over nadenken. Rens niet.
“Ja, hoe dan? Dat kan toch niet? En het was niet De Wetering die ons tegen hield toch? We konden gewoon doorgaan maar het alarm ging af en wij gingen ons verstoppen.”
“Maar het alarm ging af.” wierp Sara tegen. “Het alarm van De Wetering.”
Dat was waar.
Met hun hoofden nog vol van wat ze hadden meegemaakt en wat dat zou kunnen betekenen liepen ze verder naar huis. Ze waren nog maar aan het begin van dit mysterie, dat erom schreeuwde om verder ontrafeld te worden. Maar durfden ze dat wel? Wat zou hun nog te wachten staan?