Het Geheim van De Wetering
door Ger Bruinsma, met tekeningen van Els Peters
22. Het resultaat
Maandag zaten de vier nieuwe Wachters samen met hun ouders en een notaris in de aula van de Blokkendoos. Iedereen die mee had gedaan kwam langs met hun opbrengsten, die ze allemaal netjes noteerden. Sommigen kwamen met flinke bedragen langs, tot wel duizenden euro’s, terwijl anderen met een tientje aan kwamen. Alles was goed, want iedereen had flink zijn best gedaan op zijn of haar manier.
Gedurende de dag groeide het bedrag steeds verder. Veel was al binnengekomen via de bank, maar er kwam nog verrassend veel contant geld binnen. Aan het eind van de dag kwam het Brabants Dagblad langs om te kijken wat ze klaar gespeeld hadden.
Ze legden hun vier schriften naast elkaar en gingen optellen.
“€ 38.903,40… Waaauwww!” zei Sara vol ontzag.
“Dat is echt mega veel!” zei Rens.
“Zoveel geld heb ik nog nooit gezien!” zei Pieter. “En dan is er ook nog super veel op de bank.”
“Op de bank staat nog veel meer.” zei de notaris. “Bijna honderdvijftig duizend euro had ik daar al zien staan.”
“Waaaaaauwww” klonk het weer.
“Supergoed gedaan jongens. Jullie mogen echt trots zijn op wat jullie bereikt hebben.” zei de notaris.
“Maar het is nog niet genoeg voor een nieuwe Wetering” zei Emma teleurgesteld.
“Het is in ieder geval super veel geld, en ik denk dat jullie de gemeente in ieder geval hebben laten zien dat het dorp heel graag een nieuwe Wetering wil.”
Papa en de verslaggever van het Brabants Dagblad maakten een paar goede foto’s voor Rond de Toren en toen was het tijd om op te ruimen. De bank kwam langs om het geld op te halen en voldaan ging iedereen naar huis. Daar werden ze nog getrakteerd op friet en ijs door Cafetaria Lily’s.
“Zal ik eens wat vertellen?” zei Emma.
“Wat dan?” vroeg Sara.
“De Wetering heeft al weken niet meer gehuild. Ik hoor helemaal niets meer. Net als vroeger. Dus volgens mij betekent dit dat de Kerkklok weer blij is.”
“En het dorp dus ook!” vulde Pieter aan.
“Jullie zijn een goed stelletje wachters.” zei papa.
“Zeker.” vulde mama aan. “Het dorp mag blij zijn met jullie. En ik denk dat Ab van Grevenbrouck ook trots is op jullie. Net als wij.”
De vier glunderden van trots.
Die woensdagmiddag mochten de vier wachters bij het gemeentehuis langs. Veel dorpsgenoten waren meegekomen en ook de voltallige gemeenteraad was aanwezig.
Mama had een mooie levensgrote cheque gemaakt met het verzamelde bedrag erop. ‘Van het dorp, voor het dorp!’ stond erbij.
De burgemeester hield een mooi woordje voor ze, maar moest ook bekennen dat het verzamelde geld niet genoeg was om het tekort op te lossen.
“Jullie hebben zo’n € 200.000,- opgehaald, wat ik echt super knap vind. Maar we komen nog minimaal een miljoen tekort. Ik kan jullie helaas niet beloven dat dit genoeg is om een nieuwe Wetering te bouwen in Loon op Zand. Maar als het zover is, dan zullen we zeker zorgen dat jullie bijdrage goed terecht komt!”
“Ja maar hó eens!” riep Pieter boos. “Jullie gaan toch zeker wel een nieuwe Wetering bouwen?!”
Vanuit het publiek en ook een deel van de gemeenteraad klonk ook gemor.
De wethouder die verantwoordelijk was voor de nieuwe Wetering stapte naar voren.
“Ik zou het echt heel graag willen beloven, maar Loon op Zand heeft gewoon een te kort aan geld om alles te doen wat we willen. We moeten keuzes maken, en als we al het geld aan een nieuw gebouw uitgeven kunnen we bijvoorbeeld geen geld meer aan speelpleintjes besteden, of aan hulp voor zieke mensen.”
Emma stapte naar voren en pakte de cheque terug.
“Nou, als we dan toch geen Wetering krijgen, dan gaan we het wel anders doen.”
Demonstratief liepen de vier wachters weg, onder het gemengde geluid van applaus en gemor van toegestroomde publiek. De burgemeester en de wethouder bleven bedremmeld achter. Dit had een mooi momentje moeten worden, maar was helemaal misgegaan. Ze wisten zich geen goede houding te geven en knikten maar vriendelijk rond.
Buiten op het plein aangekomen bleven de vier even staan.
“Wat nu?” vroeg Sara zich hardop af.
“Ik weet het eigenlijk ook niet.” zei Pieter. “Ik had gehoopt dat we nu eindelijk een nieuwe Wetering zouden krijgen, maar zelfs met zoveel geld komen we er niet.
Terwijl ze op het plein hun teleurstelling aan het verwerken waren met hun ouders kwamen een paar stevige kerels en een vrouw naar ze toelopen.
“Zeg eens,” zei de voorste “we hebben een idee.”
Ze keken de groep volwassenen aan. Allemaal met stevige schoenen, een stevige korte broek en allemaal een polo met een andere bedrijfsnaam erop.
“Wie zijn jullie?” vroeg Rens.
“Wij zijn bouwvakkers. Of ja, ik ben dan loodgieter, maar we doen allemaal dingen met bouwen. Ik heet Pim.”
De anderen stelden zich ook voor.
“We willen jullie helpen.” vervolgde de vrouw, die zich voorgesteld had als Mariska.
“We vinden het supertof wat jullie voor het dorp hebben willen doen en we vinden het super stom dat de gemeente het laat afweten.”
“We hebben besloten dat we, ook al zijn we eigenlijk concurrenten van elkaar, samen aan het dorpshuis gaan bouwen. En daar gaan jullie bij helpen.” zei de derde met een grote grijns op zijn gezicht.
“Wij?!” vroeg Pieter ongelovig.
“Jullie.” zei Pim. “En de rest van het dorp, wie dat wil en kan. We hebben er nog niet heel lang over na kunnen denken, maar als wij” en hij maakte een gebaar naar de groep bouwvakkers “allemaal één dag per week vrijhouden om gratis aan een nieuwe Wetering te werken, en we krijgen dan hulp van het dorp om te helpen sjouwen, opruimen of wat dan ook, dan gaat dat heel veel in de kosten schelen.”
“Precies. En dan kunnen we iedereen die dat wil en wil meehelpen steeds wat dingen leren waardoor er steeds meer gratis hulp zal zijn.”
“Jaaa!” riepen Rens en Emma. “Kom, we gaan terug!”
Op een drafje renden de wachters met hun kersverse bouwvrienden terug naar het gemeentehuis.
Binnen was het een rumoer van jewelste. Boze dorpelingen die vonden dat de gemeente hun verantwoordelijkheid moest nemen werden door de burgemeester en wethouders tot kalmte gemaand. Dat ging maar moeizaam, want ze kwamen nauwelijks boven de roepende menigte uit.
Emma en Rens liepen voorop naar binnen, met de cheque rechtop boven hun hoofd getild.
“We hebben een nieuw plan!” riep Rens keihard.
Wat burgemeester en wethouders niet gelukt was, lukte Rens wel. Heel snel werd het stil in de raadszaal, en alle ogen waren op de kinderen gericht.
Emma legde het plan van de bouwvakkers uit, die stoer, wijdbeens achter de kinderen gingen staan. Vanuit het publiek werd er instemmend geknikt.
“Ik ga mijn spierballen laten groeien voor het dorp!” riep Emma uiteindelijk. Wie nog meer?!”
Tientallen handen gingen de lucht in. Pieter pakte een dikke stift die op tafel lag, legde de cheque op tafel en riep mensen naar voren die wilde helpen. Achterop de cheque noteerde hij vliegensvlug tientallen namen en telefoonnummers van mannen en vrouwen die wilden helpen.
Nadat de cheque volgeschreven was draaiden de wachters zich samen met hun bouwvrienden om en keken de burgemeester en wethouders aan.
“En nu?” was de simpele vraag die Sara stelde.
De burgemeester keek haar wethouders aan. Konden ze nog nee zeggen? Dit plan was natuurlijk niet doorgerekend. Helemaal niets voor hun om dan maar zo’n grote beslissing te nemen.
Vanuit de kant waar de gemeenteraad stond hoorden ze ineens een paar mensen klappen. Dat werd al snel overgenomen door de rest van de gemeenteraad en vervolgens door de meeste andere aanwezigen.
De burgemeester kon niet anders meer en toverde met een beetje moeite haar mooiste glimlach op haar gezicht.
“Er komt een nieuwe Wetering. Een echt Loons Dorpshuis.” beloofde ze.